Modderbruin
Wapperende gordijnen in de warme zomerlucht worden star aangestaard door een oudere man. Zijn grijze haren deinen, net als het stromende water, mee met de wind. Zijn rechterhand omklemt een verkleurde plastic stoel die dezelfde kleur heeft als de uit elkaar gevallen auto die op de hoek van de straat staat. Modderbruin.
Om vier uur ‘s ochtends ging de wekker. Werkkleding aan, schoenen met stalen neuzen aan mijn voeten en in mijn hand een thermoskan met koffie. Op naar het zuiden. Richting de Flutkatastrophe. Beelden van overstroomde straten en getraumatiseerde mensen zwemmen door mijn hoofd. Het is luguber, maar voordat ik vertrok, zocht ik online op hoe het er uit ziet wanneer overleden mensen twee weken lang in het water hebben gelegen. Mentale voorbereiding.
Zes uur deden we over de reis naar het zuiden. In colonne met blauw zwaailicht reden we over de straten. Idyllische heuvels met wijndruiven, indrukwekkende uitzichten gaan aan ons voorbij. Op afstand lijkt de omgeving, afgezien van wat modder, ongeschonden
Tot je dichterbij komt. Over de wegen met gaten rijdt, de bocht om, langs het treinspoor dat er niet hoort te liggen. Voorbij de huizen waar de schilderijen nog aan de muur hangen, maar de matrassen van de bedden pas in het dorp verderop worden gevonden
Naast een verband hier en wat intensievere verzorging daar, kan een mens niet zoveel doen. Behalve luisteren. Luisteren naar de ervaringen van mensen die op het dak zaten en hun buren zagen verdrinken. Luisteren naar het kind, dat begint te huilen wanneer het zachtjes begint te regenen. Naar de vrouw die onlangs een nieuwe woning heeft betrokken, omdat ze eindelijk haar rust had terug gevonden en nu weer een nieuw thuis moet zoeken. Luisteren naar de moeder die twee weken geleden haar kind had begraven. Ze hebben hem nu vier kilometer verder weer gevonden. Luisteren naar de man die zegt geluk te hebben, omdat hij enkel zijn vrouw is verloren, maar zijn dochter nog leeft. Naar de vrouw van 83 die haar huis met een emmer en een dweil probeert te bevrijden van de modder, maar haar kelder niet in durft.
En wachten. Wachten voor een parkeergarage tot de dertig auto’s uit de modder zijn gesleept. De ramen van de auto’s inslaan en bidden dat er niemand in zit. Wachten tot mensen willen praten en hulp willen aannemen. Wachten op drinkwater, stroom en gas. Zodat de mensen hun handen kunnen wassen in zuiver water zonder chemicalien, olie en ontlasting.
En hopen. Dat de hulp die nodig is blijft komen. Dat de vrijgevigheid van vrijwilligers die eten toebereiden en water uitdelen niet verloren gaat. Dat de psychologische sociale hulpverlening blijft luisteren en de kinderschoenen in de modder niet betekenen dat het kind nooit meer naar huis komt.