ik wil niet op terrasjes zitten,
dansen in bezwete clubs,
praten met mensen die
te dronken zijn om mijn naam
te herinneren.
ik wil niet denken over wat
morgen gedaan moet zijn,
carrière plannen tot boven het
plafond of meer geld verdienen
dan ik uit kan geven.
ik wil geen ongelijkheid tussen
jou en mij, geen ruzie over
dingen of onenigheden over zaken die
nergens op slaan.
ik wil in het raam zitten,
zuchten over hoe mooi onweer kan zijn.
Ik wil verdwalen tussen herfstbladeren, lachen
in de zon en klappertandend drie truien aan in de winter.
ik wil jij en ik in het bos met rosé. Lachen over
slechte grappen, praten over alles wat
mis gaat en oplossingen bedenken voor
problemen die nog niet bestaan.
ik wil samen in een boshuisje
dansen, lachen, huilen, maar ook boos zijn.
ik wil mislukte moestuingroenten, kriebelende
beestjes op m’n elleboog. Ik wil huilen over stomme
dingen en praten tot we slapen.