De parachute die niet openging

Alles wordt op een gegeven moment een automatisme. De luchtdrukmeter, de sprong uit het vliegtuig, de val, de landing. Het is de kracht van herhaling. Gertjan is er klaar voor. Hij herhaalt alles. Net zolang tot hij er niet meer bij na hoeft te denken. Parachutespringen is niet per se zijn droom, maar alles wat met luchtvaart te maken heeft, is volgens hem prachtig. Drie dagdelen lang een training die aanvoelt alsof je een toelatingstoets doet voor de militaire academie. Hij is er klaar voor; de sprong.
Thuis zit Gertjan uren in zijn kamer. Jasje dasje en in volle concentratie achter zijn simulator. Een vliegreisvan Schiphol naar New York. Acht uur lang. Beer is er altijd bij. Gertjan kreeg hem als cadeau. De teddybeermet een rode sjaal was ooit in de uitverkoop bij de Kruidvat en is sinds het begin nooit meer van zijn zijde geweken. De beer slaapt in een beschilderde kartonnen doos met een dekentje om alles wat comfortabeler te maken. Ondertussen klinken de letters van het NAVO-alfabet achter een gesloten kamerdeur. Niet iedereen is gemaakt om te vliegen, maar Gertjan wel. Het is zijn droom die werkelijkheid moet worden, maar zoals dat vaker is met dromen verloopt het niet altijd als gepland.
Niet iedereen heeft het geld voor een pilotenopleiding op de bankrekening staan. Baankansen waren erbijna niet, maar wat als het je passie is? Laat je jezelf dan tegenhouden?
Sola Fritura
Gertjan past in een karton van de Billy boekenkasten. Zijn dunne gestalte en zijn vaker niet dan wel geknipte haar maken hem regelmatig het positieve pispaaltje van Sola Fritura, zijn studentenhuis in Ede. Liever zou hij in Amsterdam wonen. Of zoals hij het ook wel noemt: ‘de stad der steden’. Een kamer zoeken in de grote stad blijkt toch moeilijker dan hij dacht. Irma, Gertjans moeder, zit aan de ovale keukentafel in Middelburg. Haar gezicht wordt omhuld door inmiddels grijze krullen en haar bril past perfect bij de paarse orchidee die op de keukentafel staat. “Hij denkt altijd dat iedereen op hem zit te wachten. Dat is natuurlijk niet zo”, vertelt ze. Gelukkig heeft zijn broer vrienden in Ede en na een verhuizing vanuit Axel, blijft hij daar twee jaar wonen.
Koning van de woorden
Een aantal meubelstukken in Sola Fritura zijn ingepakt in cadeaupapier. De slingers aan het plafond worden elke verjaardag aangevuld en in de tuin staat een kinderfiets. Gertjan gebruikt die als vervanging wanneer zijn fiets niet meer werkt. Zelfs een huisdier kan niet ontbreken. De hamster Gibby heeft het zichzelf comfortabel gemaakt in huis. Af en toe loopt hij los rond en in de nacht maakt-ie flink lawaai. Dat doen nachtdieren nu eenmaal. Zo nu en dan is Gertjan ’s ochtends al met een biertje in de hand in de hand in de tuin te vinden. Met een gele sjaal om zijn nek en zijn telefoon in zijn handen. Gertjan zou ongetwijfeld met opgetrokken neusvleugels zeggen dat zoiets echt ‘genjieieieten’ is.
Schiphol. Het walhalla voor de luchtvaartfanatiekeling. De plek bij uitstek om jezelf op te werken en toelatingsexamens te doen. Wanneer het mislukt ontstaat er een zekere onmacht. Overstromen van passie, terwijl je droom zo ver weg lijkt.
Het randje
“Wij zeggen wel eens dat hij in de schaduw van een lantarenpaal past,” vertelt huisgenoot Jozua. Dun was Gertjan eigenlijk altijd wel. Ook toen hij nog maar elf jaar oud was en zijn bulderende lach weerklonk vanaf het openluchtzwembad in Axel. Samen met Jelmar maakte hij een gigantische rookbom in een prullenbak. “Hij heeft altijd wel een obsessie voor vuur gehad”, vertelt jeugdvriend Jelmar met een grijns. “De man die ons bezig zag, kwam steeds dichterbij en wij zijn toen in sneltreinvaart weggefietst naar huis. Niemand kwam er ooit achter dat wij het waren.” Irma vertelt dat dat hem wel typeert. “Als er geen uitdaging is, haalt hij van alles uit. Het randje opzoeken.” Gertjans vader trekt zijn roze blouse recht. “Zo heeft hij echt een record aantal briefjes moeten halen bij het Calvijn College”, knikt hij instemmend.
Zweefvliegen, mensen helpen op Schiphol en dat alles netjes aangekleed in een KLM uniform. Misschien vergroot de hoeveelheid vliegbrevetten de kans op het krijgen van een beurs. Jezelf opwerken is nog altijd een optie. Misschien solliciteren voor een baan waarbij je vliegtuigen ijsvrij maakt? Al is dat alleen voor afgestudeerden. Gewoon proberen.
Motivatie
Met de passie tot in zijn tenen weet Gertjan vaak nog meer van het vliegen dan zijn docenten. Dat maakt hem niet per se gelukkig. Naar school gaan en studeren werken demotiverend wanneer je het meeste al weet. Dat zegt hij dan ook. “Hij mist echt vaak de trein en dan zegt hij: ‘me dunkt. Dat ik de trein nu weer mis’”, vertelt Jaldert, een van zijn huisgenoten uit Ede. Oh ja! Hij slaapt ook regelmatig op de bank. Dan heeft hij zijn dekens beneden, omdat hij te lui is om naar boven te lopen.” Jozua herinnert zijn huisgenoot er aan, terwijl ze door de foto’s klikken en aan hun biertjes nippen. “Hij heeft zoveel humor, maar hij komt gewoon niet tot zijn recht in de situatie waar hij zich nu in bevindt.” Het duurt twee jaar maar eindelijk is er in het Amsterdamse ’s Heren Bourgondisch Onderkomen, beter bekend als HBO, een kamer vrij. Met twee handen grijpt Gertjan de kans aan. Eindelijk wonen in de stad der steden. Vrienden en familie krijgen wanneer ze langskomen een uiterst verzorgde rondleiding door de stad. “Hij weet zoveel van de stad? Hij heeft zelfs fietsen gehuurd toen wij een keer langskwamen”, vertelt Irma. Een glimlach op haar gezicht.
De adrenaline is waar mensen het voor doen. Het gevoel van vrijheid. Grenzen overschrijden. Het kan allemaal met parachutespringen.
Het automatisme
De droom van Gertjan verdwijnt nooit. Een pilotenopleiding is misschien iets te ver weg, maar zweefvliegen is binnen handbereik. Hij leert zijn weg te vinden in het luchtruim. De zweefvliegtuigen en parachutisten delen hetzelfde luchtruim en daarom hebben ze om de zoveel tijd een uitwisseling. De parachutisten gaan zweefvliegen en de zweefvliegers parachutespringen. Drie dagen lang trainen de zweefvliegers. De luchtdrukmeter, de sprong uit het vliegtuig, de val, de landing. Net zolang tot alles een automatisme is. Dan gaan ze.
Vrijheid tegemoet
Gertjan stapt in het vliegtuigje. Alles is gecontroleerd. Alles klopt. Met een aantal mensen zitten ze in de kleine ruimte, terwijl de piloot het vliegtuig langzaam laat opstijgen. Een voor een springen ze de vrijheid tegemoet. “We wilden Gertjan nog uitnodigen voor een feestje. Hij wilde niet mee, want hij wilde echt fit zijn voor die sprong.” Jaldert lacht. “Ik zei dat hij beter naar het feestje kon gaan, want stel dat er iets mis zou gaan tijdens het springen? Gertjan maakt grapjes en vraagt zich af hoe ver hij zichzelf dan in de grond zou boren.”
In de opening van het vliegtuig kijk je nog even naar beneden. Dit gaat goed komen, want je bent getraind. Gedrild zelfs. Dan spring je. De parachute wil niet. Dan de reserveparachute maar. Zoals je dat hebt geleerd. Ondertussen draait het touw om je arm heen. Dit is niet de bedoeling, maar dat kan je vast oplossen. Met één hand lukt het ook. Alles is een automatisme!
Flapperende geluiden
“Op een gegeven moment herken je het geluid van een openklappende parachute wel”, mijmert Frank. “Ik was gewoon mijn konijnenhok aan het schoonmaken en hoorde ineens allemaal geflapper. Dat was foute boel. Ik wist het meteen.” Hij woont vlak bij het terrein waar de parachutisten springen.
Gertjan zit verdraait in het touw. In de verte kijken zo’n honderd mensen naar de lucht. De parachute gaat niet verder open. Het flappert. Dan verdwijnt hij achter de vlaggen en bomen van het Parachutistencentrum Midden Nederland.
Nadat Jaldert en Jozua samen met anderen voetbal hebben gekeken, ziet Jaldert dat hij allemaal gemiste oproepen heeft. Gertjans broer Kees heeft gebeld. Even terugbellen dan maar. “Het is niet zo leuk, maar Gertjan is dood.” Het moment van onwerkelijkheid valt als een deken over de huisgenoten heen.
De parachute klappert. Geen ruimte voor de reserve parachute en de grond komt dichterbij.
Lachende reizigers
De wereld gaat door. Zelfs zonder Gertjan. De mensen in de trein lachen en kletsen door, terwijl Gertjans huisgenoten naar Zeeland reizen. “Ik begreep het niet.” Jozua schudt zijn hoofd. “Het werd nog vreemder toen we uiteindelijk bij de familie van Gertjan aankwamen. Wij zijn met zijn broer in de achtertuin gaan zitten om te bidden. Vol onbegrip en met heel veel vragen. Zijn broer was juist dankbaar voor de tijd met zijn ‘kleine grote broer’.”
Het einde is abrupt.
Moedereend
Helemaal vooraan in de kerk zit Beer. Een ereplaats. Hij draagt nog altijd dezelfde rode sjaal. Hij ziet vanuit de stampvolle kerk een aantal jongens naar voren lopen. Vrienden van Gertjan. Ze verspreiden zich rond de kist en brengen Gertjan voorzichtig naar buiten. “Soms voel ik mij net een moedereend. Die kijkt ook achterom of al haar kinderen er nog zijn”, vertelt Irma. “Dan blijkt dat je er nog twee hebt en niet drie.” De kist zakt in de grond. Op hetzelfde moment vliegt er een vliegtuig van de vliegclub over. Een laatste eerbetoon voor de jongen die zo van vliegen hield.
Een brief ploft op de deurmat. Aangenomen voor een baan waar eigenlijk alleen afgestudeerde piloten voor worden aangenomen. Net te laat.